Rasp de gele schil van de schoongeboende citroen en pers de vrucht uit. Schil de appels, snijd in parten, verwijder het klokhuis en snijd de parten in de lengte in plakjes. Meng met het citroensap zodat de appel niet verkleurt.
Verwarm de oven voor op 180 ºC. Breek de eieren boven een kom en klop met de suiker met een mixer tot de suiker is opgelost en je een luchtige crème hebt.
Laat ondertussen de boter op heel laag vuur smelten. De boter mag niet heet worden. Schenk de boter bij het eimengsel. Voeg het citroenrasp, bakmeel, de kaneel en vanillesuiker toe en schep om. Meng de melk erdoor. Schep de appels met het citroensap door het beslag.
Vet de springvorm in met wat boter en bestuif de binnenkant met wat bakmeel. Schep het beslag erin. Bak de taart in het midden van de oven in ca. 55 min. goudbruin en gaar. Laat in 1 uur afkoelen tot kamertemperatuur. Bestrooi met poedersuiker en kaneel.